Verwilderingsbollen zijn winterharde bollen die ieder jaar terugkomen. Kenmerkend van deze bollen is dat ze zichzelf handhaven en vermeerderen. Ons assortiment bestaat uit vrijwel allemaal verwilderingsbollen, -knollen, en -wortelstokken. Sommige verwilderingsbollen zijn ook stinzenplanten.
Plant verwilderingsbollen altijd op een plek waar de bodem met rust gelaten wordt en waar dus niet gespit wordt. Geschikte plekken in tuinen zijn (net als bij Stinzenplanten) onder loofbomen of bladverliezende struiken, in grasveldjes en weides, tussen vaste planten in borders, of tussen een lage bodembedekker als Lelietje der Dalen, Dovenetel, of Maagdepalm. Op grotere locaties geven verwilderingsbollen veel kleur in het voorjaar in bermen, in de randen van golfbanen, op natuurbegraafplaatsen, in boomgaarden, of aan weerszijde van een oprijlaan.
Gele hondstand, Kievitsbloem en Breedbladige druifhyacint verwilderd in een grasveldje. Foto genomen: april
Als u verwilderingsbollen in het gras plant let erop dat het gras pas gemaaid wordt nadat de verwilderingsbollen zich uitgezaaid hebben. Doorgaans is dit 6 weken na de bloei. Afhankelijk van de bloeitijd van de verwilderingsbol kan er dan gemaaid worden vanaf mei of juni. Het gras kan dan zowel extensief gemaaid (1x of 2x per jaar) als intensief (5x per jaar, tot wekelijks als een normaal gazon) gemaaid worden.
Het is aan te raden om verwilderingsbollen te planten met een beplantingsplan. Dit beplantingsplan hoeft heus geen botanisch hoogstandje te zijn, eigenlijk is een idee of schets al voldoende, als er maar voldoende rekening wordt gehouden met de grondsoort (klei of zand), standplaats (zon, schaduw, vochtigheid) en de bloeitijden. Bloeikleuren zijn naar eigen smaak te kiezen. Al deze eigenschappen staan per soort vermeld in onze webshop. Als één van deze eigenschappen niet vermeld staat betekent dit dat deze soort hier geen specifieke voorkeur voor heeft. Lees meer over beplantingsplannen en het combineren van verwilderingsbollen met vaste planten is ons bollenplantadvies.
Plant verwilderingsbollen zo vroeg mogelijk in het najaar. Plant de bollen in een verbeterde bodem (klik hier voor meer info over bodemverbetering) en knip afstervend loof na de bloei niet af. Laat de verwilderingsbol zich uitzaaien en u bent verzekerd van een vrolijke kleur in het voorjaar, ieder jaar opnieuw!
Verwilderingsbollen (tevens stinzenplant) op het Huis te Manpad: hier doen de verwilderaars het zó goed dat ze zelf het zandpad ingroeien. Het resultaat van drie eeuwen ecologisch tuinieren! De planten: Sneeuwklokje en Winterakoniet. Foto genomen: begin maart 2013.
Sommige bloembollen zijn naast verwilderingsbol óók een stinzenplant. “Stinzenplanten” is eigenlijk een verzamelnaam voor een groep historische planten die zich al eeuwen rondom “stinzen” verwilderd hebben. Stinzenplanten zijn dan ook bij uitstek geschikte verwilderaars!